13. A - Collatie

13.1. Definitie en toepassing

In het collatieveld worden de gegevens genoteerd die betrekking hebben op de fysieke kenmerken van een publicatie, zoals het aantal delen/volumes, het aantal pagina's, het formaat, het begeleidend materiaal,...

Deze regels hebben betrekking op de moderne drukken. Voor Oude drukken gelden andere regels.

Bij reeksen en tijdschriften wordt geen collatie opgegeven; zie aldaar.

13.2. Paginering / omvang

Warning

Het hoofdstuk over de paginering is aangepast, na nieuwe afspraken in de Anet catalografievergadering van 10.12.2019.

In het omvangveld wordt de omvang van de publicatie beschreven. In dit veld worden de belangrijkste delen aangeduid.

Al het begeleidend materiaal - dat wil zeggen: materiaal dat bij een publicatie hoort, maar duidelijk een ondergeschikte rol vervult in het geheel - wordt altijd vermeld in het veld Begeleidend materiaal.

De vermelding van de omvang gebeurt zoveel mogelijk met taalonafhankelijke codes (uitzondering p. en v.)

Volgende afkortingen of taalonafhankelijke codes worden gebruikt:

omschrijving

afkorting/ taalonaf. code

bladzijden

volumes (delen)

audiocassettes

<AC>

band/banden

<BDN>

blu-ray disc

<BD>

compact disc

<CD>

cd-rom

<CR>

dia

<DI>

diverse volumes

<VV>

dvd-audio

<DVA>

dvd-rom

<DVR>

dvd-video

<DVV>

(floppy) disk, diskette

<FD>

folder

<FR>

folio's

<F>

grafieken

<GR>

grammofoonplaten

<AP>

kaart

<K>

kolommen

<KOL>

losbladig

<LOS>

microcard

<MC>

microfilm

<MIC>

microfiche

<MF>

magneetband

<TA>

niet gepagineerd

<NP>

online bron

<OB>

plaat/platen

<PL>

platen niet genummerd

<PLO>

veelvuldige paginering

<VP>

videocassette

<VC>

volumes onbekend

<VO>

Warning

Bij e-boeken (die regelmatig on-line worden geactualiseerd) gebruik je de taalonafhankelijke code <OB>. De eigenlijke paginering wordt niet gebruikt, omdat die van update tot update kan verschillen.

13.2.1. Eendelige publicaties

13.2.1.1. De publicatie is gepagineerd

Indien de eendelige publicatie is gepagineerd, dan wordt de nummering van de pagina's overgenomen zoals ze gebruikt wordt in de publicatie. Het kan gaan om Arabische of Romeinse cijfers, of om letters. We behouden ook het onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters. En als letters in een ander alfabet zouden voorkomen, worden ze zo overgenomen.

13.2.1.1.1. Paginering in één sequentie

Indien in een publicatie maar één sequentie van pagina's voorkomt, in Arabische of Romeinse cijfers, dan wordt de laatst genummerde pagina opgegeven.

Voorbeeld:

  • publicatie genummerd van 1 tot 145: wordt vermeld als: 145 p.

  • publicatie genummerd van 7 tot 156 en 3 ongenummerde pagina's: wordt vermeld als: 156 p.

  • publicatie genummerd van II tot XXXVII: wordt vermeld als: XXXVII p.

  • publicatie genummerd van i tot lii: wordt vermeld als lii p.

Wanneer het duidelijk is dat de publicatie deel uitmaakte van een groter geheel, en de paginering middenin een sequentie start, dan wordt de eerste en de laatste genummerde pagina opgegeven.

Voorbeeld:

  • publicatie (bv. overdruk) genummerd van 56 tot 178: wordt vermeld als: p. 56-178

Gebeurt de paginering in letters, dan wordt de eerste en de laatste letter opgenomen.

Voorbeeld:

  • publicatie genummerd van A tot J: wordt vermeld als: A-J p.

  • publicatie genummerd van b tot w: wordt vermeld als: b-w p.

13.2.1.1.2. Wijziging in de nummering van de sequentie

Als in een sequentie van paginering de wijze van nummering wijzigt, dan wordt alleen de laatste nummering behouden.

Voorbeeld:

    1. i-xviii, gevolgd door 19-254: wordt vermeld als: 254 p.

13.2.1.1.3. Paginering in meer dan één sequentie (max. 5)

Alle sequenties (tot max. 5) - ook die van het voor- of nawerk - worden opgenomen, gescheiden door komma's.

Voorbeeld:

  • een publicatie met volgende pagineringen: IX, 23, 37, 56, 19 pagina's: wordt vermeld als: IX, 23, 37, 56, 19 p.

13.2.1.1.4. Veelvuldige paginering (5+) of onregelmatige paginering

Indien het aantal gepagineerde sequenties meer bedraagt dan 5, of indien een onregelmatige paginering voorkomt, wordt gebruik gemaakt van de taalonafhankelijke code <VP>, in het Nederlands vertaald als Veelvuldige paginering.

Het collatieveld wordt dan zo ingevuld:

  • 1 v. (<VP>)

13.2.1.2. De publicatie is niet gepagineerd

Indien de publicatie bestaat uit meerdere pagina's en die zijn niet genummerd, wordt gebruik gemaakt van de taalonafhankelijke code <NP>, in het Nederlands vertaald als Niet gepagineerd.

Het collatieveld wordt dan zo ingevuld:

  • 1 v. (<NP>)

Bij online bronnen (zuiver online bronnen, dus geen combinatie van papier en einfo) wordt de taalonafhankelijke code <OB>gebruikt, met als verwoording in het Nederlands Online bron.

Voor andere eendelige publicaties die niet zijn gepagineerd wordt de gepaste verwoording gekozen:

Voorbeeld:

  • een landkaart: wordt vermeld als 1 <K>

  • een werk gedrukt in 1260 kolommen: wordt vermeld als 1260 <KOL>

13.2.1.3. Eendelige publicaties met platen

In publicaties kunnen pagina’s met platen (illustratiemateriaal) voorkomen die als dusdanig geen deel uitmaken van de sequentie van paginering. Die worden ook in het omvangveld opgenomen. Het aantal pagina’s platen wordt samengeteld en in het omvangveld vermeld, met behulp van taalonafhankelijke codes.

Voorbeeld:

  • Niet genummerde pagina's platen: 25 p., 12 <PLO>, vertaald als 12 ongenummerde pagina’s platen

  • Genummerde pagina's platen: 25 p., 46 p. <PL>

13.2.1.4. Folders en vouwbladen

Een folder of een vouwblad (een publicatie uitgegeven als een 1 of meer keren gevouwen drukwerk, dat meestal bestemd wordt voor reclame of propaganda-doeleinden) wordt in het veld Omvang met de taalonafhankelijke code <FR> aangeduid.

13.2.1.5. Losbladig (eendelig)

Een eendelige losbladige publicatie wordt aangeduid met de taalonafhankelijke code <LOS>.

13.2.2. Meerdelige publicatie

Een meerdelige publicatie bestaat uit meer dan 1 deel.

13.2.2.1. Meerdelig, aantal volumes gekend

Bij een meerdelige publicatie wordt het aantal bibliografische delen uitgedrukt als volumes. Het aantal volumes wordt in het veld Omvang vermeld, in Arabische cijfers, gevolgd door de afkorting v..

Voorbeeld:

  • 5 v.

Gegevens over de eigenlijke paginering van de afzonderlijke volumes worden nooit opgenomen.

In de meeste gevallen is het aantal fysieke banden gelijk aan het aantal delen/volumes. In dat geval wordt het aantal banden niet vermeld.

Wanneer zij echter niet gelijk zijn, dan worden zij aangegeven als volgt:

Voorbeeld:

  • 8 v. in 5 <BDN>

  • 2 v. in 1 <BDN>

Warning

In dit veld wordt het aantal originele banden opgegeven. Het resultaat van toevallige eigen bindoperaties wordt bij het plaatskenmerk in de bezitsopgave of in de annotatie aangegeven.

Voorbeeld:

  • Een werk uitgegeven in 8 delen, maar door de eigen binder in 5 banden ingebonden.

  • In de collatie: 8 v.

  • Bij het eigen plaatskenmerk: 8 v. in 5 <BDN>

13.2.2.2. Meerdelig, aantal volumes niet gekend

Bij meerdelige publicaties waarvan men het juiste aantal volumes niet kent (omdat bv. alle delen nog niet verschenen zijn, of omdat de catalograaf geen informatie vindt over het geheel), worden geen volumes opgegeven. De taalonafhankelijke code <VO> wordt gebruikt, in het Nederlands vertaald als Aantal volumes niet gekend.

Welke delen een bibliotheek precies bezit, kan men vinden in de bezitsopgave bij het plaatskenmerk.

13.2.2.3. Meerdelig, losbladig

Bij meerdelige losbladige publicaties wordt het aantal delen vermeld in het omvangveld, gevolgd door de vermelding <LOS> tussen ronde haakjes.

Voorbeeld:

  • 7 v. (<LOS>)

13.2.2.4. Meerdelig, diverse onderdelen

Warning

Er zijn specifieke richtlijnen voor realia.

Indien een publicatie bestaat uit diverse soorten delen die evenwaardig zijn, dan worden in het omvangveld die diverse soorten opgesomd. Daarbij gelden volgende regels:

  • interpunctie: onderdelen worden gescheiden door komma spatie.

  • kapitalisatie: beschouw elk onderdeel als een eigen titel. De eerste letter daarvan wordt telkens gekapitaliseerd.

Voorbeeld:

  • een boek en dvd-video als gelijkwaardige delen: wordt vermeld als: 340 p., 1 <DVV>

  • schoolboek uit diverse onderdelen: Student book, Teacher's book, Exercises

Bij publicaties die uit een grote schakering van onderdelen bestaan, zou het kunnen dat het omvangveld daardoor onduidelijk wordt. In dat geval wordt een compacte omschrijving genoteerd in het omvangveld, met behulp van een taalonafhankelijke code <VV>, in het Nederlands vertaald als: Diverse volumes.

De precieze samenstelling wordt dan verduidelijkt in een annotatie van het type vv, die automatisch wordt ingeleid door de woorden Bestaat uit:

Realia

Bij de paginering wordt de naam en de aantallen van de fysieke eenheid waaruit het object bestaat ofwel geconcentreerd, ofwel geconcentreerd én gedetailleerd vermeld.

Voorbeeld:

  • geconcentreerd: 1 speldoos

  • geconcentreerd en gedetailleerd: 1 speldoos (10 speelkaarten, 1 spelbord, 2 dobbelstenen, 25 pionnen)

Uitzondering: als de realia uit zeer veel verschillende onderdelen bestaat, wordt deze nooit gedetailleerd beschreven.

Het aantal fysieke eenheden waaruit het object bestaat wordt in Arabische cijfers vóór de materiaalaanduiding opgenomen. Indien het aantal niet precies kan worden bepaald of zeer groot is, kan gebruik worden gemaakt van het "c." teken (circa).

Voorbeeld:

  • 1 legpuzzel (1.000 stukken)

  • 1 bouwdoos (c.500 stukken)

Voorkeurtermen algemene materiaalaanduiding (=geconcentreerd) - Niet uitputtende lijst:

  • bouwdoos

  • legpuzzel

  • map

  • spel

  • speldoos

  • spelkoffer

Voorkeurtermen specifieke materiaalaanduiding (=gedetailleerd) - Niet uitputtende lijst:

  • blokken

  • dobbelstenen

  • handleiding

  • kaarten

  • legpuzzel

  • pionnen

  • reglement

  • speelbord

  • speelkaarten

  • spelregels

Voor de interpunctie worden de afzonderlijke onderdelen of stukken gescheiden door een komma gevolgd door een spatie. Het geheel van de specifieke materiaalaanduidingen wordt na de algemene materiaalaanduiding tussen ronde haken geplaatst. Twee algemene materiaalaanduidingen worden gescheiden door een puntkomma spatie.

Voorbeeld:

  • 1 map (10 transparanten, 3 folders); 1 speldoos (1 speelbord, 25 speelkaarten)

Bij de opsomming van de delen dient de volgorde noch alfabetisch noch volgens belangrijkheid te gebeuren.

Enkel kapitalisatie van de eerste letter, als die eerst staat, dus in praktijk bijna nooit.

Voorbeeld:

  • 1 speldoos

Er wordt zo weinig mogelijk gebruik gemaakt van verkleinwoorden.

Voorbeeld:

  • 25 kaarten (niet kaartjes)

13.2.2.5. Meerdelig, andere

Bij andere meerdelige niet-seriële publicaties kiest men de correcte aanduiding.

Voorbeeld:

  • bij 23 dia's: 23 <DI>

  • bij 2 dvd-video's: 2 <DVV>

  • bij 12 kaarten: 12 <K>

13.3. Illustraties

Illustraties worden alleen vermeld als ze een wezenlijk deel van de inhoud van het boek uitmaken. Bij platenboeken zal dat gebeuren, maar niet bij boeken met enkele foto's, grafieken of tabellen.

Het illustratiemateriaal wordt in de collatie, in het veld Illustraties, vermeld met de verkorte aanduiding ill..

Bij kinder- en jeugdboeken maken de illustraties dikwijls een wezenlijk deel uit van de publicatie.

13.4. Formaat - afmetingen

In Anet (regelwerk lvd) worden over het algemeen geen afmetingen vermeld bij een publicatie. Indien toch een formaat dient vermeld te worden, wordt dat opgenomen in het veld Afmetingen.

13.4.1. Boek

Warning

De paragraaf over de afmetingen bij een boek is aangepast, na nieuwe afspraken in de Anet catalografievergadering van 10.12.2020.

Het formaat van een boek wordt normaal niet aangegeven.

Als de catalograaf echter oordeelt dat het bijzondere karakter van de afmetingen interessant kan zijn voor een catalogusgebruiker, dan kunnen de afmetingen wel worden opgenomen, in het veld Afmetingen. Als afmetingen worden de uiterste maten van de boekband genomen (hoogte en breedte, uitgedrukt in centimeter, en afgerond naar de hogere eenheid).

Voorbeeld:

  • 10 x 20 cm

13.4.2. Cartografische documenten

Het formaat van een apart gecatalogiseerde kaart wordt opgegeven in het afmetingenveld, in twee getallen voor tweedimensionale kaarten (hoogte en breedte), en in drie getallen als het cartografisch document drie dimensies heeft (hoogte, breedte en diepte). De afmetingen worden uitgedrukt in centimeters (naar boven afgerond). Bij een bundel kaarten met verschillende afmetingen worden geen afmetingen opgegeven.

De getallen geven de afmetingen weer van de horizontale rechthoek die op het cartografisch document de geografische informatie geeft. Een kader (met bv. de aanduiding van de coördinaten) wordt meegemeten. Randinformatie, titels, e.d. buiten de kader, vallen buiten de opgegeven afmetingen.

Voorbeeld:

  • 32 x 46 cm

  • 31 x 24 cm

Indien nodig volgt hierna het derde getal voor de diepte.

Van globes en andere cirkelvormige cartografische documenten worden de diameters opgegeven.

Voorbeeld:

  • 12 cm in diameter

13.5. Begeleidend materiaal

Warning

Het hoofdstuk over het begeleidend materiaal is aangepast, na nieuwe afspraken in de Anet catalografievergadering van 10.12.2020.

Alle begeleidend materiaal - materiaal dat een duidelijk ondergeschikte relatie vervult tegenover een hoofd- of basiswerk - wordt vermeld in het veld Begeleidend materiaal. Het kan gaan om losse bijlagen (zoals een losse kaart, een apart addendum, een erratum, de stellingen van een thesis, enz.), maar evengoed om aanvullend materiaal op een cd-rom (bv. grafieken, foto's,...), een compact disc,... Afkortingen worden gestandaardiseerd met taalonafhankelijke codes.

Probeer de bijlagen zo specifiek mogelijk te omschrijven, zonder in overbodige details te vervallen.

Voorbeeld:

  • 1 erratumblad

  • 1 losse <K>

  • 2 <MF>

Bijlagen die uitleenbaar zijn, worden vermeld in het bezitsveld, en er worden volumes voor aangemaakt.

Bijlagen die apart niet uitleenbaar zijn, worden in het plaatskenmerk opgenomen in het veld Bijlagen ter hoogte van het exemplaar.