24. B - Tentoonstellingscatalogi

Warning

Vernieuwd!

De richtlijnen voor de beschrijving van tentoonstellingscatalogi zijn gewijzigd. We werken vanaf nu niet meer met annotaties en/of tentoonstellingsrecords. De tentoonstellingsgegevens worden genoteerd in een lokale content.

Gewijzigde paragrafen zijn gemarkeerd met Nieuw!

24.1. Titel en ondertitel

Nieuw! (Tentoonstellingsgegevens worden niet in annotaties opgenomen, en ook niet in authority records, maar in lokale contents.)

Wanneer de titelpagina, buiten de hoofdtitel, ook nog gegevens bevat zoals: catalogus van de tentoonstelling te .... en deze gegevens geen integraal deel uitmaken van de titel, worden ze niet als ondertitel opgenomen. De gegevens in verband met tentoonstellingen worden altijd in een lokale content opgenomen.

24.2. Auteurs

Als personele auteur (code aut) wordt de naam van de samensteller van de catalogus opgenomen, indien door de presentatie niet onmiskenbaar de hoofdverantwoordelijkheid aan een andere auteur is toegekend. De persoon die de algemene leiding van de tentoonstelling heeft, kan eventueel ook als auteur worden opgenomen.

Nieuw! Als corporatieve auteur wordt de organiserende instelling opgenomen met auteursfunctie aut en onderdrukt. Als de tentoonstelling in een ander museum plaats vindt, wordt die instelling niet als corporatieve auteur vermeld.

24.3. Annotatie

Nieuw! (weggevallen; we noteren de tentoonstellingsgegevens niet meer in annotatie, maar in een lokale content).

24.4. Onderwerp

De tentoonstellingscatalogus wordt op inhoud ontsloten, en krijgt een publicatietype tentoonstellingscatalogus.

Nieuw! (tentoonstellingsgegevens worden niet meer in het onderwerpsveld genoteerd, maar in een lokale content).

24.5. Tentoonstellingsgegevens

Nieuw! Dit zijn de nieuwe richtlijnen voor het noteren van de tentoonstellingsgegegevens

De gegevens van een tentoonstelling (titel, geografische plaats, locatie, begin- en einddatum, eventueel een verwijzing naar een reeks tentoonstellingen waar ze onderdeel van is) worden genoteerd in een lokale content. Die komt beschikbaar als aan het catalografisch record het lidmaatschap tento is toegekend.

Indien een tentoonstelling op verschillende plaatsen en/of data wordt georganiseerd, dan wordt voor elke afzonderlijke tentoonstelling een aparte lokale content aangemaakt. Dat is met name het geval bij reizende tentoonstellingen. Noteer de tentoonstellingsgegevens in chronologische volgorde.

24.5.1. Locatie

Met locatie wordt bedoeld: het museum, of het gebouw,... waar de tentoonstelling plaatsvindt. In de meeste gevallen zal ze plaatsvinden in een locatie die we in Brocade omschrijven als een instelling of een gebouw, met een eigen naam. In een beperkt aantal gevallen is de locatie geen van beide, of kan de locatie niet achterhaald worden.

Dit veld is verplicht in te vullen als er tentoonstellingsgegevens worden genoteerd.

Bij twijfelgevallen (is het een gebouw, of kan het toch als een instelling worden beschouwd?) wordt eerder gekozen voor de registratie als instelling.

Bij de invoer van de tentoonstellingslocatie is alleen de invoer toegelaten van een authority record (instelling of gebouw/locatie) of van een plat streepje (de locatie is geen gebouw/locatie of instelling; of de locatie is niet te achterhalen).

24.5.1.1. De locatie kan beschouwd worden als een instelling

Indien de locatie kan beschouwd worden als een instelling, wordt een authority record van type I (instelling) gebruikt. Er wordt altijd een verwijzingsterm gebruikt, in de taal die overeenkomt met de taal van de (hoofdtitel van de) publicatie. De verwijzingsterm bevat de verwoording zoals die voorkomt in de publicatie.

Indien de publicatie meertalig is, wordt de verwijzingsterm gekozen in de taal van de hoofdtitel.

24.5.1.2. De locatie kan beschouwd worden als een gebouw

Indien de locatie kan beschouwd worden als een gebouw, dan wordt een authority record van type UCT (Unieke Concepten Terminologie) gebruikt. Er wordt altijd een verwijzingsterm gebruikt, in de taal die overeenkomt met de taal van de publicatie. De verwijzingsterm bevat de verwoording zoals die voorkomt in de publicatie.

Indien de publicatie meertalig is, wordt de verwijzingsterm gekozen in de taal van de hoofdtitel.

24.5.1.3. De locatie kan niet beschouwd worden als een instelling, noch als een gebouw

Als de locatie niet kan beschouwd worden als een instelling of een gebouw, wordt in het veld Locatie een plat streepje ingevuld. Dat gebeurt bv. ook als de tentoonstelling wordt georganiseerd in de open lucht of doorheen een hele stad (denk aan Watou, of de tentoonstelling Beaufort).

24.5.1.4. De locatie kan niet achterhaald worden

Indien de locatie niet kan achterhaald worden, wordt in het veld Locatie een plat streepje ingevuld.

24.5.2. Plaats

Met de plaats van de tentoonstelling wordt de geografische plaats bedoeld waar de tentoonstelling plaatsvindt.

24.5.2.1. De plaats van de tentoonstelling is gekend

Als de plaats van de tentoonstelling gekend is, dan wordt in het veld Plaats de overeenkomstige plaats ingevuld met een authority record van type G (geografische naam). Er wordt altijd een hoofdvorm gebruikt, eindigend op dubbelepunt 1, zoals in dit voorbeeld:

Voorbeeld:

  • voor Antwerpen: a::91.493.2000:1

24.5.2.2. De plaats van de tentoonstelling is niet gekend

Indien de plaats van de tentoonstelling niet gekend is, wordt de taalonafhankelijke code <SLT> gebruikt. Die wordt vertaald als [niet gekend].

24.5.3. Titel van de tentoonstelling

In dit veld wordt de titel van de tentoonstelling genoteerd. De interpunctie is identiek zoals die zou gebruikt worden in het titelveld van een publicatie.

Indien de titel van de tentoonstelling in verschillende talen voorhanden is, dan worden die elk in aparte titelvelden genoteerd, met een maximum van 4 titels. Kies bij voorkeur titels in het Nederlands, Frans, Engels of Duits (indien aanwezig).

24.5.4. Begindatum; einddatum

Bij een tentoonstelling worden altijd data opgenomen. Als de exacte data niet kunnen achterhaald worden, dan wordt geprobeerd om de data bij benadering op te nemen. Indien echter het jaar van de tentoonstelling ook niet bij benadering (decennium, eeuw) kan bepaald worden, dan worden er geen tentoonstellingsgegevens opgenomen, en wordt het lidmaatschap tento niet toegekend.

De data worden opgenomen in het formaat jjjj/mm/dd.

Voorbeeld:

2001/05/24

Onbekende of onduidelijke gegevens worden in de datumnotatie vervangen door platte streepjes (in het jaartal) of door nullen (in de maand of de dag). Er wordt eventueel een opmerking toegevoegd om de ingevulde datum te verklaren.

Voorbeeld:

  • Onbekende dag: 1995/03/00

  • Onbekende maand en dag: 1995/00/00

  • Onzeker, maar berekend jaar: 1995/03/23

  • Alleen decennium gekend: 199-/03/23

  • Onzeker decennium: 199-/03/23

  • Onzekere eeuw: 19-–/03/23

24.5.5. Reeks

Sommige individuele tentoonstellingen worden georganiseerd in het kader van een telkens weerkerende reeks bv. Documenta, of biënnales, triënnales, enz. Ze worden ook wel eens periodieke tentoonstellingen genoemd. Het is belangrijk dat dergelijk verband met een overkoepelend evenement kan aangegeven worden bij een tentoonstelling.

In het veld Reeks kan er daarom een verwijzing worden opgenomen naar het overkoepelende evenement. In het algemeen worden dergelijke weerkerende evenementen gezien als manifestaties, en wordt er een link gelegd naar een 062-code. Tenzij de naam van die wederkerende tentoonstelling gelijk is aan die van haar organiserende instelling. Dan moet je een 061 code gebruiken.

Indien het zinvol geacht wordt om het volgnummer op te nemen van de periodieke tentoonstelling, dan wordt dat vermeld in het veld Opmerking.

24.5.6. Opmerking

In het veld Opmerking kunnen opmerkingen worden toegevoegd met betrekking tot de tentoonstellingsgegevens, bv. over de locatie van de tentoonstelling, over de datum, enz.