28. B - Gedrukte muziek

Warning

In dit onderdeel worden enkel de regels uitgelegd voor gedrukte muziek. Als het gaat om muziekhandschriften, zie dan bij Handschriften muziek.

De catalografische beschrijving van publicaties van gedrukte muziek, zoals muziekpartituren, partijen, enz. volgt het algemene regelwerk, met uitzondering van de hieronder genoemde regels. Voor wat niet expliciet in dit specifieke regelwerk vernoemd wordt, wordt verwezen naar de FOBID regels terzake.

28.1. Lidmaatschap

De publicaties van gedrukte muziek krijgen de lidmaatschappen zebra en muz.

28.2. Taal van de inhoud

De taal van de begeleidende tekst bij de partituren wordt beschouwd als de taal van de inhoud.

28.3. Personele auteur

Voor de invoer van de personele auteur wordt het algemene regelwerk gevolgd, behalve voor de tekstschrijver en de componist van muziekwerken. Als in muziekwerken een componist en/of een tekstschrijver voorkomt, worden ze altijd als authority record opgenomen.

28.4. Titels

28.4.1. Hoofdtitel/ondertitel

De constructie van de hoofdtitel volgt de algemene regel, met uitzondering van volgende bepalingen.

Gegevens over de bezetting, de toonsoort of de nummering (bibliografisch nummer of opusnummer) worden, als ze tot het titelveld behoren, opgenomen als deel van de hoofdtitel of de ondertitel.

Voorbeeld:

  • Piano concerto

  • H-mol Messe

  • Trois ballades: pour piano

Deze regel doet geen afbreuk aan het feit dat de gegevens over bezetting, toonsoort of nummering ook nog in andere velden worden opgenomen.

Als op de titelpagina een gedrukte opdracht voorkomt, dan worden die gegevens niet in het titelveld opgenomen. Ze kunnen opgenomen worden in het annotatieveld.

28.4.2. Muzieksorteertitel

Om ervoor te zorgen dat publicaties, die betrekking hebben op hetzelfde oorspronkelijke muzikale werk, samen gevonden worden in de OPAC, wordt een muzieksorteertitel gebruikt. Niet elke publicatie behoeft een muzieksorteertitel. Om te bepalen of voor een bepaalde publicatie een muzieksorteertitel moet opgemaakt worden, wordt uitgegaan van de oorspronkelijke titel.

Een muzieksorteertitel moet aangemaakt worden in volgende situaties:

  • als de oorspronkelijke titel een zgn. niet identificerende titel is: een titel die bestaat uit een muzikale vormaanduiding of muzieksoortnaam, bv. Concerto.

  • als de oorspronkelijke titel een identificerende titel is die afwijkt van de titel op de partituur.

28.4.2.1. Oorspronkelijke titel

De oorspronkelijke titel is de door de componist van het werk gebruikte titel.

Voor het vaststellen van de oorspronkelijke titel wordt gebruik gemaakt van de volgende bibliografische bronnen:

28.4.2.2. Niet-identificerende titels

Niet-identificerende titels zijn oorspronkelijke titels die bestaan uit een muzikale vormaanduiding of muzieksoortnaam die voorkomt in de lijst van niet-identificerende muziektitels. Voor de toetsing aan deze lijst wordt de muzieksoortnaam herleid tot de meervoudsvorm in het Nederlands, tenzij de muzieksoortnaam in de taal zoals die voorkomt op de publicatie, in de bijlage voorkomt.

28.4.2.3. Identificerende titels

Identificerende titels zijn alle oorspronkelijke titels die niet behoren tot de categorie niet-identificeerbare titels.

28.4.2.4. Constructie van de muzieksorteertitel

Voor de constructie en de interpunctie van de muzieksorteertitel worden de regels gevolgd zoals bepaald in FOBID 11, § S12 tot § S77.

Verder:

  • Taal = mul

  • Bron = extern

28.4.3. Opus titel

Onafgezien of het opusnummer en/of het bibliografisch nummer deel uitmaken van de hoofdtitel, wordt voor elk een aparte titel aangemaakt van het type Opus titel.

Verder:

  • Taal = mul

  • Bron = extern

Voorbeeld:

Klaviersonate in cis Moll:

  • Hoofdtitel: Klaviersonate in cis Moll

  • Opus titel: Opus 27, nr. 2

Eight variations in G major, K. 24:

  • Hoofdtitel: Eight variations in G major, K. 24

  • Opus titel: K 24

The four seasons, Op. 8, Nos. 1-4:

  • Hoofdtitel: The four seasons, Op. 8, Nos. 1-4

  • Opus titel: Opus 8, nrs. 1-4

  • Opus titel: RV 252

28.4.4. Meervoudige titel

Het regelwerk voor gedrukte muziek volgt de algemene regel over meervoudige titels.

Daarnaast gebeurt zo veel mogelijk ook nog eens een aparte beschrijving op het niveau van de individuele stukken, die deel uitmaken van de publicatie.

28.5. Collatie

Partituren en partijen

Het aantal partituren en/of partijen uit een publicatie wordt opgesomd in het omvangveld. De delen worden van elkaar gescheiden door een komma.

Voorbeeld:

  • 3 partituren

  • 3 partituren, 7 partijen

Paginering

De paginering wordt enkel opgenomen indien de publicatie bestaat uit 1 fysieke eenheid (1 partituur, of 1 partij). Ze wordt dan vermeld tussen haakjes achter de algemene omschrijving.

Voorbeeld:

  • 1 partituur (34 p.)

  • 1 partituur, 7 partijen

Afmetingen

Afmetingen van partituren worden niet opgenomen.

28.6. Annotaties

Enkel voor muziekwerken worden volgende annotatietypes gebruikt.

Tekst incipit

Voor de eerste tekstregel van een muziekstuk kan een annotatie aangemaakt worden van het type icp.

Voorbeeld:

  • type: icp, met verwoording: Lobet den Herrn alle Heiden.

Duur van de compositie

Om de duur van een compositie aan te geven kan een annotatie aangemaakt worden van het type cmp-dur. De duur wordt uitgedrukt in minuten en seconden.

Voorbeeld:

  • type: cmp-dur met verwoording: 57'32''

Jaar van de compositie

Om het jaar van compositie van een muziekstuk aan te duiden, kan een annotatie aangemaakt worden van het type cmp-yr.

Voorbeeld:

  • type: cmp-yr met verwoording: 1875

Als op de titelpagina een gedrukte opdracht voorkomt, dan kunnen die gegevens opgenomen worden in het annotatieveld. Daarvoor wordt een annotatie van het type alg gebruikt, met taalonafhankelijke code <DED>: (opgedragen aan: ...) gevolgd door de naam van de persoon aan wie het muziekwerk is opgedragen.

28.7. Bibliografische nummers

Voor gedrukte muziek kunnen ook volgende nummertypes gebruikt worden:

  • ISMN: International Standard Music Number.

  • RISM: Répertoire international des sources musicales.

  • Uitgeversnummer/plaatnummer: een identificatienummer dat door de uitgever aan de publicatie is toegekend.

28.8. Standaardbezetting

De standaardbezetting van een muziekwerk wordt ingevuld in het onderwerpsveld, en wordt gekozen uit het bestand van authority records van het type Bezetting. Indien een standaardbezetting nog niet voorkomt in het bestand, moet het aangemaakt worden.

28.9. Toonsoort

De toonaard of de toonsoort van een muziekstuk wordt ingevuld in het onderwerpsveld, en wordt gekozen uit het bestand van authority records van het type Toonsoort. De hoofvorm, zonder de taalextensie, wordt gekozen.

28.10. Publicatietype

De materiaalaanduiding van een publicatie, het zgn. publicatietype, wordt ingevuld in het onderwerpsveld, met behulp van authority codes voor publicatietypes. Voor muziekwerken kan gekozen worden uit volgende types:

  • gedrukte muziek (overkoepelende rubriek)

  • partituren

  • partijen

28.11. Plaatselijke en exemplaargegevens

Het aantal delen van een publicatie wordt ingevuld bij de exemplaarannotatie van het exemplaar dat het inventarisnummer bevat.